Stap 1 - Klimaatcondities

De heersende klimatologische omstandigheden tijdens het stralen en spuiten zijn van cruciaal belang voor een goede hechting van de coating en moeten bewaakt worden om condensvorming op de ondergrond te voorkomen.

Dauwpunt
Om de dauwpunttemperatuur te controleren moeten de volgende parameters gemeten worden: de oppervlaktetemperatuur van de onderlaag, de temperatuur van de lucht en de relatieve vochtigheidsgraad.

Temperatuur
De temperatuur moet altijd gecontroleerd worden, om er zeker van te zijn dat die altijd binnen de parameters van de coatingspecificaties blijft. Het afwerkingsproces kan falen als de temperatuur te laag of te hoog is.